Het begon allemaal heel ongemerkt toen medio februari ineens de bibliotheken dicht moesten. Daarna sloot de ene na de andere boekhandel zijn deuren. Toen de kledingzaken, de kantoorboekhandels. In de bars kreeg je alleen aan de tafeltjes nog iets te drinken, en ze moesten om zes uur ’s avonds sluiten. Hier en daar was te lezen "#het komt allemaal goed", gevolgd door een hele serie restrictieve maatregelen die door de premier waren afgekondigd. Het parlement werd gesloten, zodat de maatregelen nooit wet konden worden. Maatregelen waardoor de vrijheid van arbeid en de vrijheid in zijn algemeen uit de grondwet werden geschrapt.

De afzonderlijke regio’s gingen met het versterken van de maatregelen zó ver dat het dragen van mondkapjes werd afgedwongen. Op TV werd met alarmerende berichten flink paniek gezaaid onder de bevolking en werden de gegevens gemanipuleerd (ieder sterfgeval werd aan het corona-virus toegeschreven – zonder onderzocht te worden, zonder autopsie, want de lijken werden onmiddellijk verbrand).

Het werd steeds meer een verdachte zaak. Eerst was er het vage gevoel dat er iemand was die het gevaar had overdreven. Vervolgens werd duidelijk dat het allemaal een drogbeeld was, want terwijl het in de media alleen nog maar over het virus ging, dreven de gebruikelijke onbekenden hun eigen plan erdoor: politiek, economisch en sociaal. Een aantal privézenders (ByoBlu) werd zwart gemaakt omdat ze nieuws verspreiden dat „niet wetenschappelijk onderbouwd“ was, terwijl de staatszenders en de privéstations (die van Berlusconi) met elkaar wedijverden om maar vooral een situatie te beschrijven waarin iedereen in een absolute alarmtoestand moest zijn.

Gelukkig waren er ook artsen die tijdens interviews op zenders die tegeninformatie brachten, onmiddellijk verklaarden wat de stand van zaken was en argumenten leverden om niet toe te geven aan de paniek die in de bevolking was ontstaan (Francesco Oliviero, Stefano Montanari, Massimo Mazzucco, Roberto Quaglia, Marclelo Pamio). Voor mij aanleiding genoeg om rustig te blijven en niet alles te geloven.

Het door corona beheerste land in de Paasnacht, met volle maan en mondkapje
Het door corona beheerste land in de Paasnacht, met volle maan en mondkapje
Blote wandeling in de ochtendzon. Je komt tòch niemand tegen…
Blote wandeling in de ochtendzon. Je komt tòch niemand tegen…
De lente wacht niet tot de tijden beter worden. Het is immers bloesemtijd…
De lente wacht niet tot de tijden beter worden. Het is immers bloesemtijd…
Zondagochtend. De Carabinieri zitten nog aan het ontbijt, maar een eenzame naaktwandelaar gaat al zijns weegs
Zondagochtend. De Carabinieri zitten nog aan het ontbijt, maar een eenzame naaktwandelaar gaat al zijns weegs

Ik blijf wandelingen maken (iets wat eigenlijk verboden is) en ik verander het tijdschema zodanig dat ik niet tegen patrouilles van de carabinieri aan loop. ’s Middags zit ik een half uurtje in de zon (voor de gezonde vitamine D). Er is niemand op straat, want je mag je huis niet uit. In de supermarkt word je gevraagd je mondkapje op te zetten en wordt je temperatuur gemeten. Dat is allemaal te tolereren als je in een andere rangorde zit. Doordat ik steeds meer wandelingen maak, raak ik ervan overtuigd dat de natuur niet tegen ons is: ze geeft ons zuurstof, schone ochtendlucht, zon en beweging. De natuur doet er alles aan om ons gezond en fit te houden. Deze zekerheid is het beste vaccin tegen deze banale griep.

Anderzijds is voor mij een premier die beperkingen oplegt en dan bepaalt dat je een boete tot 3000 euro kunt krijgen als je je er niet aan houdt, niet geloofwaardig. Een premier die liegt en op de dag vóór Pasen verklaart "Ik werk niet met de gunst van de Duisternis" - net alsof er wordt gezegd: „Denk niet aan een olifant!“ (zie het boek van George Lakoff „Don't think of an elephant!“). levert de basis voor verdenkingen die het hele kaartenhuis uit elkaar laten vallen. Naar alle waarschijnlijkheid zal, zodra de noodtoestand ten einde is, de regering ten val komen, en er komen steeds meer geruchten over een italexit uit de Europese Unie.

Ondanks al deze problemen heb ik toch nog iets positiefs te melden: ik ben me meer bewust geworden van mezelf en van mijn lichaam, dat stap voor stap wordt vrijgemaakt van leugens en ideologieën. Uitgerekend het mondkapje heeft me ertoe aangezet, over mijn identiteit na te gaan denken. Want als ik mijn gezicht bedek, zullen anderen me niet herkennen, maar ik weet wèl wie ik ben. De maatschappij kent mijn lichaam niet – alsof de mens zich alleen maar met zijn gezicht in die maatschappij beweegt. Slechts ik zelf erken mijn lichaam, en ik begrijp dat anderen het bedekken omdat het als onwaardig wordt beschouwd, omdat het een onderwerp is van laster en smaad, omdat het aanleiding geeft tot zondigen enz. enz. Thucydides bericht over een toespraak van de Spartaanse koning Archidamos (433 v.C.): „Hetgeen wij zijn, is onze wijsheid; hetgeen wij niet willen, is onze moed.“ Dat zijn nu de woorden die voor mij in mijn dagelijkse leven de richtsnoer zijn geworden.

 – Gastverslag van Vittorio uit Italië